Schuddend met de schouders, handen hoog in de lucht, danste het publiek zaterdag in het Haagse Zuiderpark op de muziek van vooral Afrikaanse coryfeeën. Dat dansen op het The Hague African Festival begint bij Tiken Jah Fakoly, best verkopende reggae-artiest van Afrika.
Haagse Surinamer Ricardo Lemmer, bekend van de feestelijke Bigi Sma Dey (grotemensendag) voor de Afro-Surinamers, kijkt zorgelijk naar het onheilspellende zwerk. Dan breekt de zon door, en de lach op zijn gezicht. Ook bij wethouder Bert van Alphen, die zegt: "I told you. I let the sun shine."
Veel bezoekers slenteren eerst over de Mondiale Bazar, waar veel goededoelenbedrijven staan, maar nog meer houtsnijwerk te zien is. Knappe, donkere vrouwen in traditionele wikkeljurken staan in de rij voor Pilau, zeg maar Afrikaanse nasi. Ook voor Sambusa, een gefrituurd driehoekje van bladerdeeg met fijngesneden vlees en groenten, heel lekker. De geboren Congolees Yawa, die in Antwerpen woont, en zijn Belgische vriendin Ineke drinken Monozo-bier. Het Surinaamse echtpaar John en Agnes uit Rijswijk komt voor supersterren als Awilo Longomba uit Kinshasa en Mory Kanté uit Guinee. Op het grasveld klagen twee Franse toeristen die in Harare (Zimbabwe) zijn geboren, dat een kaartje 18 euro kost. Wethouder Van Alphen beaamt dat dit veel geld is. "Maar voor dat geld zie je dan ook werkelijk topartiesten. Ik neem overigens waar voor collega Baldewsingh, maar als college willen we volgend jaar toch serieus bekijken of de gemeente wat kan meebetalen. Vanuit mijn portefeuille volksgezondheid, misschien via een voorlichtingskraam over aidsbestrijding. Dat probleem is in Afrika nog steeds groot." Over het vrolijke feest is hij laaiend enthousiast. "Wat mij betreft staat dit festival hier nog zeker 50 jaar. Past goed bij Den Haag. Maar eerst gaan we Nelson Mandela feliciteren, want die is jarig."
Als de wethouder even later die woorden voor de microfoon herhaalt, heffen veel mensen spontaan het "Lang zal hij leven" aan.
Bron: Algemeen Dagblad