Het is een vreemde gedachte om een hagelbui over je heen te krijgen als je naar de tram loopt terwijl je straks een documentaire over zangtalenten op het tropische eiland Jamaica te zien krijgt. Aangekomen bij de centrale kassa van het IDFA in Cineac, blijkt het veel rustiger te zijn dan verwacht. De persen hebben flink overuren gemaakt, want bij de centrale kassa liggen flyers, folders, kranten, programmablaadjes, noem het allemaal maar op. Informatie ten over.
Omdat het zo rustig was bij de kassa, ben ik een uur te vroeg. Tijd voor een biertje bij de Three Sisters op het Rembrandtplein. Daar hebben ze van die lekkere riante stoelen waar je helemaal in weg kan zakken. De stapels flyers, kranten enzovoorts lees ik vluchtig door, misschien wordt er in die overkill aan informatie een artikel aan de documentaire Rise Up besteed. Ik had het natuurlijk kunnen weten, het antwoord is nee.
De rookruimte van Tuschinski is de Reguliersbreestraat, buiten dus. In Tuschinski kost een biertje €3,40 maar dan krijg je er wel een flesje Grolsch van 45cl voor. Hoewel ik Grolsch niet echt lekker vind, is de afsluitbare beugel wel handig in een bioscoop. Rise Up wordt boven in zaal 2 vertoond en daar stroomt de zaal net leeg. Ik zie een paar bekende Nederlanders waar ik de naam niet van ken, er worden interviews afgenomen, foto’s gemaakt, het is een heel circus. In de naastgelegen VIP-room wordt dat feestje voortgezet. Dan eindelijk gaat de zaal open voor de mensen die voor Rise Up gekomen zijn.
De zaal stroomt vol met (ogenschijnlijk) non-reggae publiek, dat weet je natuurlijk nooit zeker. Brethren & Sistren waren er in ieder geval niet. Wel een enkele kleurling en een aantal blanke dames met echte dreadlocks. Ze waren op één hand te tellen.
De wereldpremière van Rise Up wordt geïntroduceerd door een medewerker van het IDFA. Hij laat weten dat de documentaire gaat over de zoektocht naar nieuw talent, dat hoopt ooit succesvol door te kunnen breken in de reggaemuziek. Ook laat hij weten dat de Argentijnse documentairemaker Luciano Blotta in de zaal aanwezig is. Wat voor deze opdracht leek op “een jaartje beelden schieten op Jamaica en klaar” is een avontuur van maar liefst vijf jaar geworden. De IDFA medewerker maakt het publiek er aan het eind van de introductie op attent dat er na de vertoning van de documentaire een zogenaamde Q & A gehouden wordt, Questions & Answers, vragen en antwoorden. Daarbij kunnen allerlei vragen aan de documentairemaker gesteld worden. Nadrukkelijk wordt gezegd dat alle op- en/of aanmerkingen zijn zeer welkom.
Het licht gaat uit en de eerste beelden van Rise Up verschijnen op het witte doek. Opvallend zijn de Engelstalige ondertitels. Na een paar minuten ben je er wel aan gewend, maar waarom heeft niemand de moeite genomen om de gesproken teksten in het Nederlands te vertalen? In de documentaire worden drie artiesten gevolgd met ieder hun eigen kwaliteit.
Ice Anastacia is een jonge, (half-) blanke Jamaicaan die opgroeit in Uptown Kingston. De redenen van Ice om de muziek in te gaan hebben te maken met bekendheid, aandacht en omdat hij het leuk vindt om muziek te maken. Geld hoeft hij er niet mee te verdienen, want hij komt uit een welgesteld gezin. Hij barst van het zelfvertrouwen, maar zangtalent heeft hij gewoonweg niet.
Kemoy is een meisje dat opgroeit in de sloppenwijken in de hoofdstad Kingston en zij hoopt met een muziekcarrière de ghetto te kunnen ontvluchten. Over het algemeen is dit de hoofdreden voor aanstaande artiesten om de muziek in te gaan. Mocht de zangcarriere niets worden, dan zou ze graag advocaat worden. Kemoy heeft absoluut zangtalent.
Turbulence is in de tijd dat Luciano Blotta hem volgt nog niet bekend. Ook Turbulence groeit op in de ghetto en probeert met muziek het slopenwijkbestaan te ontvluchten. Dat Turbulence talent heeft is gezien zijn huidige populariteit wel duidelijk. In de documentaire is hij de enige aankomende artiest die het lukt om succesvol door te breken in de muziekindustrie.
De documentaire begint met het mooie gezang van Kemoy. Ze is nog erg jong en zingt op school, in de kerk, eigenlijk overal waar ze maar zingen kan. Later krijgt ze zangles en begint het zingen echt serieuze vormen aan te nemen. Haar debuutoptreden zou zij doen tijdens een avond waarbij soundsystem Ghetto Sting opkomend talent een kans geeft om op de planken te staan. Dit soort avonden worden overigens zowat dagelijks op Jamaica gehouden. Helaas kan Kemoy haar eerste optreden niet geven, omdat ze op weg naar het soundsystem overvallen wordt.
In de documentaire laten diverse artiesten en muzikanten weten dat het voor een meisje extra moeilijk is om door te breken. En dat is natuurlijk ook zo. Van alle reggaeartiesten maken vrouwelijke reggaeartiesten maar een heel klein deel uit. Mijn persoonlijke voorkeur gaat ook niet zozeer naar vrouwelijke reggaeartiesten uit, met uitzondering van Dezarie, Queen Omega en natuurlijk ook Queen Ifrica.
Kemoy neemt later in de documentaire een nummer op met Sly & Robbie. Houd een microfoon voor de mond van een willekeurige Jamaicaan en ze kunnen (goed!) zingen tot ze erbij neervallen. Van al die talentvolle Jamaicanen is Kemoy toevallig een onbekend talent die in de studio van de Riddimtwins een nummer opneemt. Omdat dit niet erg geloofwaardig overkomt, werd die vraag ook gesteld tijdens de Q & A, waarbij Luciano Blotta toegaf dat hij invloed heeft gehad op het verloop van de eventuele carriere van Kemoy en dat dat heeft geleid tot de opname met Sly & Robbie.
Weinig toegevoegde waarde hebben de beelden van Lee “Scratch” Perry, waarin hij in luttele seconden laat weten dat Kemoy een talentvol zangeres is. Lee “Scratch” Perry komt in de documentaire voor de rest niet meer voor. Aankondigingen van de documentaire met de opmerking “met medewerking van Lee “Scratch” Perry” vind ik dan ook zeker niet terecht. Als Kemoy naderhand zwanger wordt, besluit ze al haar aandacht aan haar kind te schenken waardoor haar zangcarrière op een zijspoor komt te staan.
Ice Anastacia heeft geen zangtalent en moet het hebben van zijn zelfvertrouwen. En dat heeft hij. Met zijn glimmende, dure auto cruist hij met zijn vriendjes door de straten van Kingston. Zijn eerste opname maakt hij in de King Jammy’s studios. Of hij Luciano Blotta of zijn rijke ouders hiervoor nodig heeft gehad is mij niet bekend. Een van de twee is het in ieder geval wel geweest. Op een gegeven moment komen de vrienden van Ice ook in beeld en ik herken de lange jongen met vlechtjes, maar ik weet niet precies waarvan. Even later heeft Ice het in de documentaire over de reggaefestivals Reggae Sunsplash en Reggae Sumfest. Voor Jamaicaanse artiesten is het een eer om daar op te mogen treden. Reggae Sumfest wordt immers gezien als het grootste reggaefestival op aarde. Alhoewel ik dat te betwijfelen vind, want Reggae Sunsplash is van ongeveer hetzelfde kaliber, misschien wel groter. En in ieder geval is Reggae Sunsplash een heel stuk authentieker. Op de flyer van Reggae Sumfest die later in beeld komt, staat het jaartal 2004 met headliner Lionel Richie. In 2004 ben ik naar Reggae Sumfest op Jamaica geweest. Onbekend kwam het me dus niet voor, integendeel.
Ice doet even later zijn debuutoptreden tijdens Reggae Sumfest, eerder had hij nog nooit op de planken gestaan. Nog nooit. Ook dit wekte een aantal vragen bij me op en kwam de geloofwaardigheid niet ten goede. Hoe kan het zijn dat een een totaal niet-talentvolle zanger daar op de planken staat? Het is in ieder geval duidelijk dat ik de lange jongen met vlechtjes van het optreden tijdens Reggae Sumfest 2004 herkende. Hoe dan ook: Ice stond er niet zomaar. Ook hier moet de invloed van Luciano Blotta, het geld van zijn ouders of een combinatie van beiden een grote rol hebben gespeeld. Ook zou het kunnen zijn dat de organisatie van Reggae Sumfest de opnamen voor de documentaire als prima reclamemateriaal heeft gezien. Maar dat zou – Jamaica kennende – niet 1-2-3 het geval zijn geweest.
De enige reggaeartiest in de documentaire die succesvol doorbreekt is Turbulence. Ook hij groeit op in de sloppenwijken van Kingston en daar krijgt het publiek dan ook beelden van te zien. Het leven in een shanti-house wens je niemand toe, maar desondanks is het toch “leuk” om te zien uit welke omgeving hij komt. Turbulence leidt je rond in het huis waarin hij is opgegroeid en wijst ook de plaats aan waar kippen worden geslacht. “Niet erg Ital, die Turbulence” zie ik nu al als reactie op dit artikel / de documentaire / Turbulence op de weblog verschijnen. Maar er zijn dus blijkbaar ook Rasta’s (zijn die niet aangesloten bij The Twelve Tribes of Israel?) die vlees eten.
Als Turbulence thuis is, krijgt het publiek een aantal keer een klein jongetje te zien. Het is in ieder geval familie, maar het is me ontschoten of het zijn zoontje, broertje of neefje is. Turbulence wil hem voor de opname laten dansen, maar dat vertikt het kleine jochie in alle toonaarden. Ook zie je regelmatig een vriend van Turbulence in beeld, die beter bekend staat als de “vlaggenzwaaier” tijdens de optredens van Turbulence. Ik kan het me nog heugen dat deze vlaggenzwaaier een doek om zijn hoofd had tijdens Reggae Sundance, waarbij het leek alsof hij kiespijn had. Hoe dan ook is het leuk om te zien in welke omgeving Turbulence is opgegroeid.
De nu succesvolle Turbulence heeft ook kruiwagens nodig gehad, met als resultaat dat hij – in tegenstelling tot de andere twee hoofdrolspelers – daadwerkelijk is doorgebroken. Zo nam Sizzla Kalonji hem voor het eerst mee op sleeptouw tijdens zijn toer. Daarbij mocht Turbulence het voorprogramma van Sizzla verzorgen. Op 8 september 2003 heb ik dat optreden in de Melkweg gezien. Maar ook in packages met onder andere Junior Kelly, Jah Mason, Lutan Fyah, Chezidek, Empress Ayeola en Queen Ifrica heb ik Turbulence op zien treden. Wat ervoor gezorgd heeft dat Turbulence buiten Jamaica naamsbekendheid had opgebouwd en dat de Jamaicaanse bevolking zelf niet eens wist wie Turbulence is. Op soortgelijke wijze verging het Lutan Fyah ook en er zullen nog velen met hen zijn geweest.
Hoe dan ook, dat de naam / artiest “Turbulence” op Jamaica niemand iets zei, zinde hem helemaal niet. En dat brengt ons op de tweede kruiwagen die Turbulence nodig heeft gehad om (ook op Jamaica) door te kunnen breken. “1+1=2” moet Turbulence hebben gedacht.
Documentairemaker Luciano Blotta heeft het nooit van Turbulence persoonlijk te horen gekregen (zei hij tijdens de Q&A), maar via-via had hij vernomen dat Turbulence niet meer mee wilde werken aan de documentaire, als er geen videoclip van zijn hit “Notorious” opgenomen werd. Bekendheid krijg je als artiest door veel airplay, maar dan bestaat er nog steeds verwarring over “wie is wie?” En om ook daar een einde aan te maken moet Turbulence hebben gedacht: “Ik werk mee aan de opnamen van een documentaire, gemaakt door iemand die ook een videoclip voor me kan schieten. En die videoclip is uitermate belangrijk voor mij in verband met de opbouw van mijn bekendheid, zowel als naam als gezicht”. Om kort te gaan heeft Luciano Blotta tussen het schieten van beelden voor de documentaire Rise Up ook de betreffende videoclip voor Turbulence geschoten. Hoe het Turbulence inmiddels vergaat weten we allemaal. Uitermate grappig was dat het kleine jochie – inmiddels een paar jaar ouder – op een erg leuke manier “I could have been one of the most notorious” zingt. Zo nu en dan werd er door een aantal mensen in de zaal om bepaalde dingen gelachen. Bij deze beelden van het kleine jongetje werd werkelijk door iedereen gelachen.
Mijn snelle conclusie over Rise Up is, dat documentairemaker Luciano Blotta teveel invloed heeft gehad op het verloop van de carrières van de hoofdpersonen en dat daardoor de werkelijke situatie niet goed geschetst wordt. Een erg groot gemis vond ik ook dat niet duidelijk werd waar aankomende artiesten exact tegenaan lopen om door te kunnen breken in de muziekindustrie.
Om deze recensie niet eindeloos lang te maken, volgt binnenkort een samenvatting van de Q&A die na de vertoning van Rise Up in de zaal werd gehouden. Stay tuned, want tijdens de Q&A kwamen een aantal interessante wetenswaardigheden naar voren die zich achter de schermen van Rise Up hebben afgespeeld.
emm.. thank you..
Goede opmerking over de Engelse ondertiteling!
Wat de mensen die ook opgenomen zijn maar niet in de documentaire voorkomen ervan vinden? Ik kan het je helaas niet laten weten. Als het tijdens de Q&A ter sprake is gekomen, dan heb ik het gemist 🙁 (Dan was ik waarschijnlijk druk aan het schrijven over de vorige opmerking.)
Mooi verslag. Ik had al eerder een reactie gegeven over deze film bij je andere stukje. Ik vond het wel een goede film, dat er veel invloed vanuit de regisseur is gekomen heb je helemaal gelijk in. Ik vind het een beetje een moeilijke issue omdat ik niet vind dat het slecht is dat hij met name Kemoy en Turbulence probeerde te helpen want talent hebben ze sowieso, ze hadden alleen een beetje hulp nodig om ook verder te komen ermee…maar ja, echt eerlijk en waar is het dan natuurlijk niet meer wat betreft de film.
Ik was ook nog bij die Q&A en waar ik eigenlijk wel benieuwd naar ben is wat er met de andere mensen gebeurd is die hij gevolgd heeft maar niet gebruikt voor de film. Hij vertelde dat hij meerdere mensen had gevolgd maar deze 3 waren het meest interessant, maar dan vraag ik me gelijk wel af wat die andere mensen die niet erin zijn gekomen er van vinden.
Nog effe 1 opmerking, de engelse ondertiteling is omdat het een internationaal festival is. Er komen veel mensen uit het buitenland en een film Nederlands ondertitelen wordt daarom niet gedaan.
goed verslag, heb de film nog niet gezien, maar na het lezen van je recensie ga je toch anders naar zo’n film kijken. Als je het als artiest het toch wil maken in de muziekindustrie dan zul je keihard moeten werken, het is niet zo zoals zoveel mensen denken, uurtje optreden en dan plezier hebben met een groupie, maar het is een keiharde business. Helaas ben ik a muzikaal maar het is volgens mij wel het mooiste beroep wat er is.