_
Het kabinet gaat keihard de strijd aan met de illegale wietteelt. Gemeenten moeten daarom een vergunning kunnen eisen van growshops, waar onder meer speciale lampen worden verkocht. Daarnaast wordt bekeken of de kosten van het opdoeken van een illegale wietplantage op de teler verhaald kunnen worden en of de wietplantjes bij ontmanteling ter plekke vernietigd kunnen worden. Dat scheelt in de kosten. Dat schrijven de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer over de ‘integrale aanpak van hennepteelt’.
De illegale teelt van de softdrug is beide bewindslieden een doorn in het oog, met name vanwege de problemen die dat met zich meebrengt, zoals brandgevaar, overlast en verloedering van wijken. Het probleem van de growshops is dat ze ook producten verkopen die voor andere zaken dan wietteelt gebruikt kinnen worden. Verbieden kan dus niet, aldus de bewindslieden. Door een vergunningsplicht in te voeren kan in ieder geval bekeken worden of de aanvrager een crimineel verleden heeft. Als dat het geval is, wordt de vergunning geweigerd. Met de vergunningen kan ook de wildgroei aan growshops worden gereguleerd, denken Remkes en Donner, door een maximum te stellen. Ook willen de ministers betere voorlichting gaan geven over bijvoorbeeld het brandgevaar dat de teelt van wiet op een bovenverdieping met zich meebrengt. Ook willen zij dat iedereen weet dat illegale teelt van hennep zelfs tot uitzetting uit iemands woning kan leiden en aanzienlijke boetes.
De ministers hebben een convenant opgesteld waarin staat hoe betrokkenen, gemeenten, politie, justitie, de belastingdienst, energiebedrijven en woningbouwcorporaties beter kunnen samenwerken om illegale wietteelt tegen te gaan.