1977 is in de geschiedenis van de popmuziek een gedenkwaardig jaar. Het is niet alleen het jaar waarin punk de boel eens flink opschudde, het is ook het jaar waarin op Jamaica de ene na de andere prachtige reggaeplaat werd gemaakt.
De twee genres leken weinig met elkaar te maken te hebben, maar vooral in Engeland hadden vruchtbare kruisbestuivingen plaats tussen punk en reggae. Punkgroepen voegden reggaeritmes toe aan hun muziek. Rasta’s herkenden zich in de rebellie van de punks. Bob Marley vatte de sfeer bondig samen in het nummer Punky Reggae Party.
Ook in 1977 verscheen van Marley Exodus, een album dat algemeen wordt beschouwd als een,
zo niet hét hoogtepunt in zijn oeuvre. Onlangs verscheen van het album een speciale verjaardagsversie. Eenzelfde behandeling krijgt
nu Two Sevens Clash van de groep Culture, dat andere reggaemeesterwerk uit 1977.
Ging de elpee Two Sevens Clash in 1977 nog verpakt in een typische derde wereldhoes, de huidige cd heeft een aanzienlijk luxere behuizing. In die box treffen we ook een boekje waarin niet alleen betrokkenen aan het woord komen, maar waarin ook de nodige westerse popmuzikanten vertellen waarom Two Sevens Clash zo’n bijzondere plaat voor ze is. Toegewijde Culture-fans zijn onder meer Patti Smith gitarist en pophistoricus Lenny Kaye en Simply Red zanger Mick Hucknall. De laatste zegt dat hij Two Sevens Clash nog altijd even fris vindt klinken als toen hij de plaat in 1978 kocht.
Het is inderdaad opmerkelijk hoe goed
de plaat de tijd heeft doorstaan. Wat maakt de plaat zo goed? Allereerst is er de perfecte samenzang van Joseph Hill, Albert Walker en Kenneth Dayes, de drie leden van Culture. Waar Hill een nogal ongepolijste stem heeft, die soms doet denken aan die van Winston Rodney van Burning Spear, klinken de andere twee leden van het vocale trio als echte nachtegaaltjes. Die combinatie van ruig en lieflijk blijft het hele album lang bekoren.
En dan is er nog de gloedvolle productie van Joe Gibbs, die voor de opnamen van Two Sevens Clash de beste Jamaicaanse muzikanten naar zijn studio haalde. Onder hen Sly Dunbar en Robbie Shakespeare, die als drummer en bassist het fundament legden voor zoveel fantastische (reggae) platen. Opvallend genoeg is Shakespeare op Two Sevens Clash niet te horen als bassist, maar als gitarist.
Joseph Hill begon zijn carrière in de muziek als percussionist en achtergrondzanger in Studio One, de studio en gelijknamige platenmaatschappij die mag worden beschouwd als de tropische versie van Motown. Nadat een carrière als solozanger niet van de grond was gekomen, ging Hill in op het voorstel van zijn neef Albert Walker en Kenneth Dayes een vocaal trio te vormen. Aanvankelijk noemden ze zich The African Disciples, wat al snel werd veranderd in Culture.
Vocale trio’s waren al vanaf de dagen van de ska een traditie in de Jamaicaanse muziek. Ook The Wailers, bekend van Bob Marley, begonnen ooit als zingend driemanschap. Andere voorbeelden uit de Jamaicaanse muziekgeschiedenis: The Maytals, The Mighty Diamonds, The Congos, The Gladiators. De lijst is eindeloos.
Joe Gibbs was de man die de bijzondere vocale kwaliteiten van Joseph Hill en de zijnen snel herkende. Hij was als platenproducer al actief sinds de jaren zestig, maar had zijn finest hour ten tijde van de rootsreggae; het soort reggae waarin Culture uitblonk en dat in het teken staat van het uitdragen van het rastafarigeloof.
Zoals je geen overtuigd christen hoeft te zijn om van Amerikaanse gospelmuziek te kunnen genieten, hoef je geen rasta te zijn om Two Sevens Clash te waarderen. Intrigerend zijn de zwaar religieuze teksten op het album wel.
Het titelnummer van de plaat schreef Joseph Hill nadat hij in een visioen had gezien hoe in 1977 de rastaversie van de De Dag des Oordeels zou aanbreken. Het nummer Two Sevens Clash, maakte op Jamaica veel indruk. Zo veel zelfs dat op 7 juli 1977 (de zevende van de zevende in zevenenzeventig, harder konden de zevens niet ‘clashen’) veel Jamaicanen de deur niet uitgingen en winkels gesloten bleven.
Peter van Brummelen / Het Parool
Ja two 7 clash vind ik hun beste album dat ooit van Culture is verschenen, het is inderdaad een klassieker die zeker tot de 10 beste reggae lp’s allertijden gerekend mag worden.
Laat ik nu die cd al 3 weken in huis hebben en nog steeds geen tijd gehad om te draaien, of om eerlijk te zijn is Gyptian niet meer uit de cd speler gekomen;)
Nu na deze recentie ga ik hem eerst opzetten .
Thanks for the info.
Greetings and Jah love
Dus Studio 1 is de tropische versie van
Motown…,Ik vind ‘em erg goed gevonden!!!
Ik denk dat dat wat deze plaat zo goed maakt de productie van Joe Gibbs is. Luister maar naar de andere 2 platen van Culture die ook door Gibbs zijn geproduceerd. Culture was daarna nooit meer zo goed. Het nummer Jah Love bezorgt me nog steeds rillingen. Joseph zou met voorgaande uitspraak niet zo blij zijn want hij voelde zich totaal bestolen door Joe Gibbs en had niets liever gedaan dan hem opknopen…