In de Veronica-gids werd aangegeven dat Classic Albums om 00:10 uur op Canvas zou beginnen, volgens de digitale TV Gids van UPC was dat om 00:20 uur en uiteindelijk begon de documentaire iets later dan 00:30 uur omdat het voetbal uitliep. Het werd een latertje, maar dat was het dubbel en dwars waard.
"Catch A Fire" begon met een passage uit een interview met Bob Marley, waarin hij onder andere laat weten: "I’m a Revolutionary". Een schot in de roos natuurlijk, want reggae had nog nooit eerder bestaan. Het was volkomen nieuw. Tevens deed de opmerking me denken aan de symposia die in Reggae Month februari 2010 op Jamaica werden gehouden met stellingen als "De boodschap van Bob richtte zich niet zozeer op de maatschappij, maar op een revolutie" en "De songteksten van Bob Marley hadden meer betrekking op een revolutie dan op liefde", maar dat terzijde.
Reggae was destijds dus volkomen nieuw. Het werd in eerste instantie dan ook niet serieus genomen. De muziek van Bob Marley & The Wailers was producent Chris Blackwell van Island Records niet ontgaan, hij had in tegenstelling tot de rest wèl interesse in de nieuwe muziek. Hij gaf Bob Marley & The Wailers daarom £4.000 op basis van vertrouwen om een album op te nemen. Of ze dat ook werkelijk zouden doen? Hij kon er op dat moment geen zinnig woord over zeggen. Maar vooral Bob Marley zorgde ervoor dat als het op muziek aankwam, dat er gedisciplineerd gewerkt werd en in no-time was Catch A Fire op Jamaica opgenomen.
Niet veel later vertrok Bob Marley met de banden naar Londen om het album af te laten mixen. De originele opnamen werden flink onder handen genomen om vooral de Amerikaanse markt te bereiken. Toetsenist John "Rabbit" Bundrick en Wayne Perkins op elektrische gitaar wisten aanvankelijk niet hoe zij elementen aan de opnamen toe moesten voegen, het ontbrak hun in eerste instantie aan de nieuwe "reggae-feel." Maar de aanwijzingen van Bob Marley hielpen de muzikanten de goede weg op.
Niet alleen de muziek was revolutionair, maar ook de songteksten. Zo laat Bunny Wailer weten dat het geen "ik hou van jou, ik blijf je trouw" muziek is: reggae is de hartslag / de stem van het volk. Wat onder de Jamaicaanse bevolking leefde, kwam tot uiting in de muziek. Gezien de grote mate van analfabetisme onder de bevolking kwam de muziek van Marley als geroepen. Zijn songteksten waren destijds actueel en dat zijn ze nog steeds. Tot op de dag van vandaag zijn ze treffend met betrekking tot allerlei onderwerpen die zich in de maatschappij voordoen.
Opvallend vond ik het toen Rita Marley met het citaat "Cold ground was my bed last night, and rock was my pillow, too", afkomstig van het nummer Talkin’ Blues, op armoede doelde. Niet veel later zegt Bunny Wailer exact hetzelfde in de documentaire. Ik vond het opvallend want als je naar Nine Mile gaat, de geboorte- en rustplaats van de Reggae Koning, dan laten gidsen je namelijk weten dat als Bob ’s avonds te laat thuis kwam, dat hij voor de deur op de koude grond moest slapen waarbij hij zijn hoofd op de welbekende rood-geel-groen geverfde steen legde. Dat heeft wat mij betreft niet zozeer met armoede maar met huisregels te maken.
Hoe dan ook: aan airplay ontbrak het Bob Marley in ieder geval niet. Bunny Wailer laat weten: "Om Bob Marley heen waren er een aantal mensen die vonden dat zijn muziek veel vaker gedraaid moest worden. Ze deinsden er niet voor terug om een DJ van een radiostation op te wachten en hem een pak slaag te geven met de boodschap: Draai de muziek van Bob Marley!"
Chris Blackwell, die door Bob Marley niet als producent maar als vertaler werd gezien, geeft aan dat de bas in het nummer Concrete Jungle fenomenaal is. "De bas trekt je helemaal naar de muziek toe", laat hij weten. Hoewel Concrete Jungle een van mijn grootste favorieten van Bob Marley is, met name ook vanwege de prachtige opbouw van het nummer op het album Babylon By Bus, had ik het zo eigenlijk nog nooit gezien. En dan die fantastische solo in datzelfde nummer, bedacht dus door gitarist Wayne Perkins: fenomenaal! Toen Perkins de solo voor het eerst liet horen, stond iedereen met kippenvel in de studio. Het was duidelijk dat er aan de solo niets meer veranderd hoefde te worden.
Het is leuk om te zien hoe technici in de studio uitleggen hoe bepaalde instrumenten apart klinken in een bepaald nummer en hoe zij andere muziek en andere effecten zoals overdubs aan de originele opnamen hebben toegevoegd. Goochelen met muziek. Het zijn vooral de kleine details die de muziek nèt die ene sound meegeven. Ook leuk om te zien is hoe lekker creatief Aston "Family Man" Barrett zijn bas bespeelt. In Paradiso vorig jaar gingen zijn broekspijpen tijdens het bassen flink heen en weer. Niet zozeer vanwege de zware basgeluiden, maar omdat hij zijn knieën enthousiast heen en weer bewoog tijdens het bassen. Een fantastische muzikant, hij had zijn piece of the pie van Rita Marley wel mogen krijgen. Dat is hij wat mij betreft dubbel en dwars waard, maar ik dwaal af.
Chris Blackwell zegt nu dat de originele opnamen de allermooisten zijn, zonder alle toegevoegde opsmuk. En toch ben ik blij dat Chris Blackwell Catch A Fire heeft opgeleukt met allerlei toevoegingen van instrumenten en effecten. Want zou Bob Marley & The Wailers doorgebroken zijn zonder Chris Blackwell? Zou reggae tot in de verste hoeken van de wereld bekend geworden zijn? Zou de muziek van Bob Marley & The Wailers zonder Chris Blackwell geklonken hebben zoals het nu doet?
De muziek èn de teksten waren volkomen nieuw. Je kunt er artikelen aan wijden zoveel als je wil, maar ook uit deze documentaire blijkt duidelijk:
Bob Marley is a Revolutionary!