Op 9 november 2007 was Alton Ellis in Nederland nog te zien in het poppodium P60 in Amstelveen. Daarbij werd hij begeleid door Rude Rich & The High Notes. Zijn zoon Christopher Ellis nam ook een aantal zangpartijen voor zijn rekening. Alhoewel Alton Ellis tijdens het optreden aangaf zich niet goed te voelen, speelde hij toch nog een aantal extra nummers. Nu was het ook een uitermate gezellige avond met een fantastische sfeer en natuurlijk uitstekende muziek. Het is een eer om deze virtuoos op het podium te hebben zien staan.
Niet lang na het optreden in Amstelveen verschenen op internet berichten omtrent Mr. Soul of Jamaica met de mededeling dat het niet goed ging met zijn gezondheid. Waar ik me destijds direct van bewust werd, is dat ik Alton Ellis voor de eerste en meteen laatste keer heb op zien treden.
Hoewel er de laatste dagen al eerder geruchten op internet gingen dat Alton Ellis overleden zou zijn, is nu officieël bekend gemaakt dat Alton Ellis vanmorgen om 05:45 uur (Nederlandse tijd) is overleden als gevolg van kanker aan de lymphklieren. Gedachten gaan uit naar de nabestaanden, wie veel sterkte wordt gewenst met dit grote verlies.
Biografie Alton Ellis werd geboren in Kingston in 1944 waar hij opgroeide in Trenchtown. Hier leerde hij op vroege leeftijd zingen en piano spelen. Als tiener vormt hij een duo met Eddy Perkins. Als Eddy & Ellis winnen ze een talentenjacht en nemen daarna de hit “Muriel” op, gevolgd door “My Heaven”. Daarna gaat Perkins naar de Verenigde Staten om een solocarrière op te starten.
Alton Ellis blijft songs in Jamaica opnemen. Hij begon zoals velen voor Sir ‘Coxsone’ Dodd’s Studio One label. In 1965 stapt Alton Ellis over naar Duke Reid’s Treasure Isle label, waar hij opbloeit. Daar begint hij een vocaal trio onder de naam Flames. Ook zijn broer Leslie maakt zo nu en dan deel uit van Flames, het gezelschap wisselt nogal eens van samenstelling. Al vrij vroeg heeft Alton Ellis een hit met ‘Dance Crasher’, een song die zich keert tegen het Rude Bwoy geweld dat zich in die jaren op Jamaica voordoet. Al snel volgt de volgende hit ‘Get Ready Rock Steady’ waarvan men zegt dat het de allereerste Rocksteady song is. In 1966 heeft Alton Ellis veel successen met ‘Cry Tough’ en ‘Girl I’ve Got a Date’. Hij doet ook duets met Phyllis Dillon en zijn zus Hortense Ellis. Zijn Rocksteady hits staan op de klassieker ‘Mr. Soul of Jamaica’ (later ’Cry Tough’ geheten).
In 1968 pakte hij de draad weer op bij Studio One terwijl hij niet stopt bij Treasure Isle. Dit is vrij uniek omdat de twee studios elkaar letterlijk naar het leven stonden. Zijn grootste hits scoort hij daarna alleen bij Studio One. Enkele voorbeelden zijn de cover ‘Willow Tree’, ‘I’m Just a Guy’, and ‘Sitting in the Park’. In 1970 brengt hij één van zijn sterkste albums uit ‘Sunday Coming’ op het Studio One label.
Later werkt Alton Ellis samen met producers als Keith Hudson en Lloyd Daley. Hier neemt hij meer Rastafari geteinte songs als ‘Lord Deliver Us’ en ‘Back to Africa’ op. De samenwerking levert vooral financiele conflicten op, waardoor Alton Ellis besluit door de Verenigde Staten en Canada te toeren.
Uiteindelijk komt hij rond 1973 in Engeland terecht. Daar begint hij zijn eigen Alltone label. In de tussentijd stijgt de populariteit van Bob Marley en al snel zal Bob de populariteit van Ellis overtreffen. Alton Ellis blijft echter een pionier en een naam in de reggae. Zijn songs verschijnen op duizenden compilaties. Alton Ellis wordt enorm gewaardeerd voor zijn bijdrage aan de rocksteady muziek, waaruit later de reggae muziek is ontstaan. Dat hij mag rusten in vrede.
Mr. Rocksteady, play on. ‘African Descendants’ is altijd een favoriet van me geweest. Heel graag had ik hem live gehoord. Nu waait zijn stem door het heelal en de hemel. En hij word gehoord.
Triest. Toch blij dat hij de 70-tig heeft gehaald. Wat zullen ze in heaven blij zijn dat ze hem er bij hebben.
Respekt voor jou FiYah, een heel duidelijk verhaal over een belangrijk persoon in onze reggae muzik, die jammergenoeg veel te vroeg overleden is.
A slice of mount zion is for Alton Ellis.